- Gegevens
- Geschreven door: H.J. Dijkstra
- Hits: 339
Vrijdag 19 januari
Mijn echtgenote tast dit weekend in het duister. Ze heeft voor het jaarlijkse Sneker Filmfestival acht toegangsbewijzen weten te bemachtigen en zit derhalve drie dagen achtereen vrijwel voortdurend in een van de donkere zalen van het vroegere theater Amicitia, thans Cine Sneek.
Mijn weekendactiviteit kan het daglicht wel verdragen. Ik reis morgen met drie clubgenoten af naar Wijk aan Zee. Niet om zoals heel vroeger wel gebeurde de revenuen te plukken van een heilzaam verblijf aan het Noordzeestrand, maar om te kijken bij de schakers die hun krachten meten tijdens het Tata Steel Chess tournament.
Wie er dit jaar deelnemen? Vraag het mij niet. De tijden waarin goeie schakers werden aangeduid met korte namen als Short en Tal liggen ver achter ons. De vertegenwoordigers van ons vaderland ken ik nog wel bij naam (Giri, Van Foreest en Warmerdam) En dat geldt ook voor de huidige wereldkampioen, Ding Liren. De andere grootmeesters hebben echter dermate onuitsprekelijke namen dat ik zelfs hun veel gebruikte afkortingen niet eens kan reproduceren zonder te spieken op de deelnemerslijst.
Morgen twaalf uur vertrekken we vanaf het kruispunt Marnezijl bij Bolsward.
Zaterdag 20 januari
De dag begint even voor achten. Zoals de laatste maanden gebruikelijk bestaat mijn ontbijt uit een kom havermout opgeleukt met melk en yoghurt en veel zaden, noten en fruit. Wat betreft het fruit zorg ik voor variatie, maar rode of witte druifjes vormen een vast bestanddeel. Omdat ik de dag regelmatig besluit met een glaasje wijn kan geconcludeerd worden dit mediterrane besje een belangrijke rol speelt in mijn leven.
Na het ontbijt vanzelfsprekend eerst de krant, dat wil zeggen de digitale LC op de laptop. In zijn hoofdredactionele commentaar bepleit Maarten Pennewaard (zoon van de vroegere De Pion-schaker Jan Pennewaard) strenge maatregelen in de strijd tegen zwaarlijvigheid. De gemiddelde man weegt tegenwoordig 85 kilo, schrijft hij. Ik realiseer me dat ik dat gemiddelde met mijn gewicht niet positief beïnvloed. Maar eens met een doeltreffende bestrijding van de veelvraatzucht. Vooral aan al die jongeren die tussen de middag de supermarkten plunderen zouden we wat moeten doen. Ze helpen hun metabolisme naar de gallemiezen Gewoon net als vroeger ’s ochtends een lunchpakketje smeren en dat tussen de middag oppeuzelen, daar was toch niks mis mee?
Vervolgens erg genoten van de column van mijn oud-buurjongetje Joost Oomen. Hij schrijft over de vluchtelingenproblematiek. Origineel, vindingrijk en prachtig van taal. Om jaloers op te worden.
Het interview met de rijkelijk getatoeëerde Arie Boomsma - zijn grootvader werd in de oorlog op de Tweede Oosterkade in Sneek doodgeschoten - viel me wat tegen. Al was zijn pleidooi a decharge van de tv-presentatoren Tom Egberts en Matthijs van Nieuwkerk wel moedig.
Veel informatiever was de column van René Diekstra (broer van Lasker-schaker Johnny Diekstra). Hij vertelt dat mannen in de loop van hun leven kunnen uitgroeien van ‘matige’ vaders tot prima opa’s. Ik voorspel mijn achterkleinkinderen uitmuntende pakes . De mannen die dat betreft (mijn beide schoonzonen) zijn namelijk nu al meer dan voortreffelijke vaders. Kunt u het nog volgen?
Ook in de LC een verhaal over Hans Moke Niemann, de op fraude betrapte schaker, die zich in Wijk aan Zee naar het schijnt vrij nukkig gedraagt. Vanmiddag gaan we hem in actie zien.
Nu eerst Sibbele ophalen uit IJlst en dan op naar Bolsward. Vandaar verder met Murk en Thys richting Wijk aan Zee, het winterse Mekka van de schaaksport.
Het uitgestippelde reisschema wordt nagenoeg verwezenlijkt, zij het dat we een kwartier eerder arriveren dan oorspronkelijk gepland. Wijk aan Zee is zoals het er half januari uit hoort te zien. Een dun laagje sneeuw en winderig. Erg winderig zelfs. Ooit moet het een mooie badplaats zijn geweest, waar mensen met luchtwegproblemen naar toekwamen om te herstellen. Nu is het een oord van kuchelende en rochelaars, ziek gemaakt door de rokende schoorstenen van de plaatselijke staalgigant die ten behoeve van de BV Nederland volcontinu hun gifgassen uitstoten en op het dorp laten neerdalen. Het zal vandaag de schakers een worst zijn. Ze focussen zich op het spel. Als speler of als toeschouwer. The show must go on.
Bij de ingang van de Moriaan – het dorpshuis annex sporthal waar het zich allemaal afspeelt, worden we opgevangen door een boom van een vent die waarschijnlijk via een beveiligingsbureau is ingehuurd. Argwanend neemt het blauwe pak ons op van top tot teen en maakt een inschatting van onze terroristische bedoelingen. Als wij hem de barcode tonen die we kregen nadat we onze komst via de website van de organisatie hadden aangekondigd, lijkt hij gerustgesteld en mogen we door naar de volgende controlepost. Daar is de ontvangst een stuk vriendelijker. We krijgen een stempel op de hand zoals we die van vroegere bezoeken aan schoolfeesten en bardancings nog kennen. Een tatoeage die morgen gelukkig weer uitgewist kan worden, maar die er voor zorgt dat we er vandaag bij horen.
We betreden de speelzaal. Hoe vaak waren we hier al niet. De geur van erwtensoep. De imponerende wandversiering. Het geroezemoes dat nu nog opstijgt, maar zo dadelijk na de gong moet verstommen. Achterin de zaal, waar de wereldtoppers hun kunsten aanstonds gaan vertonen lijkt het nog uitgestorven. Een enkele wedstrijdleider loopt ogenschijnlijk doelloos rond. Een geaccrediteerde persfotograaf kiest positie. Ik zie de vriendelijk glimlachende AnnaMaya Kazarian contact maken met de binnendruppelende matadors. Ooit zong ze als zesjarige in het Bolswarder Convent tijdens de prijsuitreiking van het jaarlijkse jeugdtoernooi de deelnemers toe. “Ik kan heel goed zingen’, had ze organisator Eeltje Boomsma toevertrouwd, waarop die haar de microfoon overhandigde. “Laat maar eens horen dan!”
Toernooi-directeur Jeroen van den Berg opent de schaakdag met een korte speech. Hij wijst op alle activiteiten die dit weekend in het dorp plaatsvinden. Wij -zeg maar de Westergoo-delegatie- nemen van achter het tussen het publiek en de spelers aangebrachte plastic spatscherm waar hoe de eerste zetten gespeeld worden en begeven ons dan spoedig naar de achterzaal van café De Zon waar Hans Böhm de partijen zal becommentariëren.
Böhm inmiddels 72, toont zich nog altijd een onderhoudend causeur. Van half drie tot half zes verveelt hij geen moment. In goede interactie met de zaal bespreekt hij de partijen. Hij voorspelt halverwege dat het een zwarte dag zal worden voor de Nederlandse deelnemers, een voorspelling die wordt bewaarheid. Alleen Jorden van Foreest weet een zwaarbevochten halfje te veroveren. Böhm verluchtigt zijn causerie met leuke jeugdherinneringen. Hij vertelt over de trainingen die hij als Rotterdams talent ooit in Amsterdam bezocht. Kick Langeweg leerde hem het nut van blindschaken. “Maar,” zo gaf hij eerlijk te kennen, “als ik na afloop lopend door het Rotterdamse Katendrecht huiswaarts keerde gaf ik als jongeman daarentegen mijn ogen goed de kost. Prachtig verlichte vensters herinner ik mij! Ik was jong en het is lang geleden.”
Om een uur of half vijf diende zich op het podium iemand aan van de bediening. Of Böhm en zijn assistent ook iets wilden drinken? “Vol gaarne,” klonk het ten antwoord. “Iets met een kraagje, zo mogelijk.”
Böhm laat doorschemeren dat hij niet echt een fan is van Hans Moke Niemann. Slechts na lang aandringen is hij bereid even te kijken naar de partij van de Amerikaan, die overigens ook een paar jaar in Nederland woonde. De ontwikkeling die Niemann de afgelopen jaren qua rating doormaakte vindt Böhm verdacht, zo laat hij doorschemeren. Die progressie is veel sterker dan die van spelers die het later tot wereldkampioen schopten. Gezien bijvoorbeeld zijn prestaties tijdens dit toernooi moeten we -aldus Böhm- ons afvragen of die resultaten wel volgens de regelen der kunst tot stand zijn gekomen. Harde bewijzen van het tegendeel zijn er evenwel niet.
Goed was het om te zien hoe in de commentaarruimte de technische vooruitgang kansen kreeg. De aloude houten demonstratieborden met losse stukken die nog handmatig verplaatst moesten worden, maakten plaats voor digitale opvolgers. In een woord ideaal. Geen gedoe meer met de stukken die regelmatig van het bord vielen. Ik zie nog de kleine Lex Jongsma -zaliger nagedachtenis- op zijn tenen staan om op de achtste rij een rokade uit te voeren. Hij kon er maar nauwelijks bij. En dan het gedoe met stellingen die na het uitwerken van een variant verkeerd op de borden terugkwamen. Allemaal verleden tijd. Met een paar simpele drukken op de knop tovert een computer elke gewenste partij in de juiste setting tevoorschijn. “Sterft gij oude vormen en gebruiken”, zongen de socialisten vroeger. Op in de vaart der volkeren en met de tijd mee
Toen Böhm nagenoeg was uitgesproken begaven wij ons nog even naar De Moriaan. Daar viel op dat er weinig Friezen daadwerkelijk deelnamen aan het toernooi. Friese toeschouwers waren er evenwel volop. Met name Philidor 2 was sterk vertegenwoordigd en ook het FSB-bestuur (voorzitter, secretaris, penningmeester) liet zijn gezicht zien. Oud-FSB-voorzitter Auke van der Heide was als deelnemer aanwezig en natuurlijk ontbrak ook Maarten Etmans niet. “Ik neem al sinds 1983 deel, vertelde hij, “en ik zou het niet graag willen missen, al heeft dit toernooi wel zo zijn beperkingen. Je zit erg dicht op elkaar en er is niet een geschikte analyseruimte.” Etmans speelde zoals bekend begin deze eeuw in Wijk aan Zee tegen de toen nog zeer jeugdige Magnus Carlsen.
Het dagje ‘Wijk aan Zee’ zit er op. Van de Moriaan wandelen we richting de auto. “Of zullen we toch nog een consumptie doen in De Zon" opper ik. Mijn reisgenoten stemmen in. Het aangename verpozen in een omgeving die ons zo lief is nog even verlengen! Het personeel in De Zon kon de drukte evenwel niet aan. Bestelde maaltijden vergden hun aandacht en onderwijl moest een leeg fust worden vervangen. Iemand aan de bar wilde afrekenen. Het pin-apparaat weigerde de aangeboden bankpas. Contant dan maar. Maar waar was het wisselgeld? We besloten de chaos de chaos te laten zijn en lieten een bestelling achterwege. Dan toch maar op huis aan. Ook onderweg wordt niet meer aangestoken. De Afsluitdijk is de afgelopen jaren flink onderhanden genomen, maar telt nog altijd weinig bochten. En morgen is het zondag.
HJD