- Gegevens
- Geschreven door: H.J. Dijkstra
- Hits: 230


Ik kreeg vorige week een telefoontje van ik dacht een vrij jonge dame. Ze vertelde dat ze kortgeleden was begonnen met schaken. Van haar familie had ze gehoord dat haar grootvader vroeger in Nijland en Bolsward het spel ook vrij intensief speelde. En nu vroeg ze zich af of ik misschien nog partijen van ‘pake’ had. Ze was aan het goede adres. Ik kon haar blij maken met tenminste drie door haar grootvader gespeelde ‘potjes’.
Om de partijtjes boven water te krijgen moest ik wel even diep in mijn niet al te ordentelijke archief duiken. Ik vond genoemde partijen maar zowaar ook nog drie notatieboekjes waarin opa in de jaren 40 en 60 zijn partijen noteerde. Ik heb die boekjes een jaar of tien geleden gekregen maar had dat niet scherp meer op het netvlies. Ik weet nu ook waarom. Ik probeerde enkele partijen na te spelen maar ontdekte al gauw dat pake niet een al te nauwkeurige notulist was. Hij vergat nogal wat zetten te noteren en de zetten die hij opschreef gaven de werkelijkheid niet altijd correct weer, of waren dermate slecht leesbaar dat al met al niet was te achterhalen hoe het partijverloop zich had voltrokken. Jammer, maar helaas.
Niettegenstaande dit alles was het oudste notatieboekje toch wel curieus en vooral illustratief. Het laat namelijk zien dat het georganiseerde schaken tot in de jaren veertig van de vorige eeuw een aangelegenheid was voor uitsluitend mannen. Kijk maar naar een voorgedrukte pagina uit het boekje: “gespeeld door de Heeren………….” Opmerkelijk, terwijl er ook toen al wel dames waren die het spel beoefenden was de vrouwelijke deelname aan wedstrijden kennelijk zo gering dat niemand op het idee kwam om de notatieformulieren geslachts-neutraler te doen zijn.
Schaakclub Westergoo mag zich gelukkig prijzen met het feit dat momenteel 10 procent van het ledenbestand (3 van 30) bestaat uit dames. Dat het schaken al lang niet meer alleen een sport is voor heren, is een goede zaak. Waarom? Nou.. eh.. ja.. gewoon. Schaken doe je samen en waarom zou het mooie spel alleen voorbehouden zijn aan mannen? En ook niet onbelangrijk: dat vrouwen ook zijn gaan schaken maakt de sport toegankelijk voor een breder publiek. Voor de betrekkelijk kleine schaakverenigingen in ons land brengt dat met zich mee dat ze waarschijnlijk aanzienlijk toekomstbestendiger zijn. Dus dames kom maar op!
Dan iets anders. Al een jaar of vijf bezoek ik met een zekere regelmaat de sportschool. Ik doe dat om het lichaamsgewicht enigszins te beteugelen en de stramheid der spieren tegen te gaan. Voor corona ging ik twee keer per week, nu beperk ik mij tot een één-wekelijks uurtje zweten. En in dat uurtje neem ik ook altijd nog vijf minuten rust. Die pauze is evenwel niet meer wat het geweest is. Ik had namelijk de gewoonte om in die vrije vijf minuten aan de sportschoolse leestafel snel even het Algemeen Dagblad ter hand te nemen om een blik te werpen op de rubriek ‘dagschaak’. Prachtig vond ik dat altijd. Twee diagrammetjes ter oplossing. De ene vrij makkelijk, de andere iets moeilijker. Jaren en jaren sierden ze de krant, maar sinds 1 januari jl. niet meer. Doodzonde. Gevolg: ik laat het AD voortaan volstrekt links (rechts?) liggen. Dat komt ervan. (Natuurlijk weet ik wel dat je op het internet te kust en te keur kunt voor dit soort opgaven. En ik kijk daar heus ook wel eens even naar. Maar als ouderwetse krantenlezer annex schaker vind ik het gewoon jammer dat de redactie van het AD in zijn wijsheid heeft besloten dit toch weinig ruimte vragende rubriekje de nek om te draaien. Het was voor zover ik weet het enige dagelijkse schaakrubriekje in de noodlijdende vaderlandse pers. Of men het tij met dit soort maatregelen weet te keren? Ik betwijfel het sterk. Nogmaals, het AD is mij kwijt.)
Nog weer iets anders. Afgelopen dinsdag won de secretaris van Westergoo van de voorzitter van genoemde vereniging. Past een dergelijke quote onder het kopje ‘curiositeiten’? Ja toch wel. Tijdens de partij deed zich iets vrij uitzonderlijks voor. Bijgaande stelling was na de 45ste zet van wit ontstaan. Zwart speelde 45. .. d4 (let niet op de cijfers en letters naast het bord want die staan verkeerd) waarna wit riposteerde met 46. exd4. Daarmee verdween dus na 46 zetten pas de eerste zwarte pion van het bord. Het zal hier niet gaan om een nieuw wereldrecord, maar enigszins curieus is het toch wel dat pas zo laat in de partij een van de spelers zijn eerste pion geslagen ziet worden. Wit verloste zich overigens vrij snel hierna uit zijn lijden: 46. … Kxd4 47. Lf2+ Kxe5 48. Le1 Kd4 49. Lf2 Kc4 50. Le1 e3 51. Kf1 Kd3 52. Kg2 e2 en wit prefereert een kruk aan de bar beneden boven een verder uitzichtloze zitting op de eerste verdieping.
Deze overwinning riep bij de secretaris de vraag op hoe hij er in de competitie voorstaat. Als altijd was de volgende ochtend de site van Eel actueel. Positie 6! Is dat dan curieus? Nee, dat niet zo zeer. Wel enigszins curieus is hoe die positie is verworven. Daar waar alle spelers van 1 tot met 23 meerdere keren remise speelden was het bij nummer 6 kennelijk ‘alles of niets’. Zestien gespeeld, tien gewonnen, zes verloren en nul remise. En dat terwijl de secretaris zo’n vredelievend mens is. Curieus derhalve.
Tenslotte -misschien wel omdat het Algemeen Dagblad ons schakers zo in steek laat- een mooi staaltje schaak vanaf het diagram te volgen. Uit de partij Smyslov- Sosonko die gespeeld werd tijdens het Interpolistoernooi te Tilburg 1984. Oud-wereldkampioen Vasili Smyslov beheert de witte stukken en ziet een diepe combinatie. Hij is aan zet en offert zijn toren op f8. Schaak. Zwart heeft geen alternatieven: Kxf8. Dan volgt Dc5+. Zwart heeft opnieuw weinig keus. Gaat ie met z’n koning naar g8 dan volgt Dc8+. De koning moet naar h7 en dan valt de zwarte toren ten prooi aan Df5+. Dus Ke8. Maar ook dit loopt niet goed af voor Sosonko. Dc8+ Ke7; Lc5+ Td6; Dc7+ Ke6; Dxd6+ Kf5; Dd3+ en Ke6 waarna g4! volgt. Ik kwam deze stelling tegen in een boekje van Gerd Treppner, getiteld Testboek middenspelpraktijk. (Uitgave Tiron Sport) Nederlandse bewerking Hans Böhm. Ik kocht het boekje veertien dagen geleden in de Amsterdamse Vijzelstraat. Tot mijn verbazing in een filiaal van boekhandel De Slegte. Ik wist niet eens dat die zaak nog bestond. Curieus!
Nou vooruit, nog eentje dan. Links Sibbele Bonthuis en rechts Rein Zeinstra. Ze zijn van het zelfde bouwjaar en en zaten op de lagere RK St Maarten school bijelkaar in de klas. Daarna gingen ze beiden huns weegs, buiten Friesland. Lange tijd zagen en spraken ze elkaar niet, totdat ze elkaar zo'n beetje aan de voet van de Bolswarder Martinikerk weer tegenkwamen, bij Westergoo wel teverstaan. Bijna een halve eeuw later. Afgelopen dinsdag speelden ze voor het eerst tegenelkaar. Rein won.
HJD