Er is een tijd geweest dat ik de officiële schaakregels ‘bere interessant’ vond. Dat is nu iet meer zo het geval. Dat wil zeggen, ik houd de ontwikkelingen niet meer bij, met als gevolg dat ik de (actuele) kennis niet meer paraat heb. Ik moet nu diep in de boeken duiken om de (of een) waarheid boven tafel te krijgen. Dat wil niet zeggen dat ik af en toe nog dingen voorbij zie komen waarvan ik weet dat ze officieel niet deugen. Bij Westergoo bijvoorbeeld zijn er tenminste drie spelers die volgens mij niet weten hoe je ‘volgens de regels moet rokeren. Terwijl het zo simpel is: eerst de koning opzij en dan de toren er overheen. Als je het andersom doet kun je je halverwege bedenken en volsta je met een torenzet.

arokpro_copy.png

Even ter illustratie: Wit komt in bijgaande stelling op het idee dat het goed is dat de beide torens met elkaar worden verbonden. Hij neemt de toren op h1 ter hand plaatst die op f1 en ziet dan tot zijn schrik dat nadat hij de koning op g1 heeft geplaatst hij de partij onmiddellijk verliest omdat de vijandelijke dame slaat op g2 (mat). Hij stopt (met de toren op f1) derhalve met rokeren en brengt de klok van zijn tegenstander in werking. Vandaar de regel: eerst de koning verplaatsen en dan pas de toren. (Als wit de koning geheel volgens het reglement de koning naar g1 brengt, deze vasthoudt en dan er achter komt dat … Dxg2 volgt, mag hij nog vijf andere zetten doen: Kf1, Ke2, Kd1, Kd2 en 0-0-0. Hoe dan ook moet hij met de koning zetten.)

Zaterdag tijdens het fantastisch geslaagde jeugdtoernooi (wat hebben kinderen een plezier gehad en wat verliep de organisatie voortreffelijk!) deed zich een gevalletje voor waarbij ik me afvroeg of de betreffende tafelheer wel de juiste beslissing nam. Het ging om een promotie. Een jongetje speelde een pion naar de achterste rij en riep ‘dame’. Vrijwel gelijktijdig bedacht hij zich omdat hij zag dat de keus voor een dame zou leiden tot een pat-stelling. De tafelheer greep in. “Ik hoorde je luid en duidelijk vragen om een dame en die keus kun je niet meer intrekken,“ zo sprak hij of althans woorden van die strekking. Het spelertje voerde nog wel wat mitsen en maren aan, maar de tafelheer bleef consequent bij zijn beslissing.


Na afloop hadden we het er even over. Omdat mijn spelregelkennis -ik merkte het hier boven al op- niet meer up to date is, zegde ik toe het thuis nog even na te zullen kijken. Dat heb ik inmiddels gedaan en denk nu te weten hoe het zit: Het Fide reglement (officiële Nederlandse vertaling, te vinden op de site van de Schaakbond) zegt het zo: “Een zet wordt beschouwd als te zijn gedaan in geval van promotie, zodra de hand van de speler het nieuwe stuk op het promotieveld heeft losgelaten en de pion van het bord verwijderd is.”
Met andere woorden: het is niet van belang wat de speler roept, maar wat hij doet. En zolang er niet een dame op het veld van promotie is geplaatst en de pion van het bord is verwijderd kan hij van inzicht veranderen. Doorslaggevend is niet wat er geroepen wordt maar wat er op het bord plaatsvindt. Het is de taak van de arbiter om het gevraagde stuk aan te reiken en het is aan de speler om het stuk op het promotieveld te plaatsen en vervolgens zijn klok in te drukken.
Let op: de arbiter mag niet op eigen initiatief met een stuk op de proppen komen, want daarmee beïnvloedt hij de keus van de speler die promoveert.
Rondom dit vraagstuk hebben zich overigens al heel wat kwesties voorgedaan, vooral als het gaat om de promotie tot ‘toren op de kop’. Er zijn arbiters geweest die daar geen genoegen meenamen, met als gevolg tal van verwarrende situaties. Westergoo organiseert komend voorjaar het FK-snelschaak. Ik denk dat het verstandig is bij aanvang aan te kondigen dat bij promotie een omgekeerde toren gezien wordt als een dame. Dan is dat voor iedereen duidelijk en kunnen althans daar geen ‘kwesties’ over ontstaan.
Reacties of correcties op bovenstaande natuurlijk altijd welkom
HJD